dinsdag 6 december 2022

De Trap

 https://www.bravenewbooks.nl/site/userwebsite/index/id/robertusbaeken

De Trap

€17,95PAPERBACK
ISBN: 9789464657401



Twee timmerlieden bellen aan om in een stadswoning een trap te renoveren. Hun opdrachtgever is een alleenstaande, excentrieke oude heer. Als beide mannen door diens erg aanhalige en bloedmooie dienstmeid in de ban raken, wordt wat op het eerste gezicht begint als een ordinair slippertje, algauw de aanzet tot een spannende, tragikomische vertelling, die de lezer uitnodigt naast alle scha en schande van de personages ook het lachwekkende te zien in de diepgaand beschreven menselijke perikelen rond begeerte, seks, liefde, huwelijk.
De visie van de auteur bestaat eruit om een verhaal nooit de eigen wil op te dringen. De schrijver is het knechtje van zijn personages. Hij durft de nodige risico’s te nemen door erop te vertrouwen dat het zuivere gevoel en de irrationele, onbewuste krachten in hem, zijn roman naar een juiste vormgeving zullen leiden.



zaterdag 5 november 2022

Drie gedichten van Robert Baeken

Zakelijk gesprek

Met aktentas op schoot
spreekt een man tot mij over nut en voordeel
aangaande verzekering omtrent
brand, storm en schade allerlei.

Zijn gezicht: ogen van nat glas
en huid, ruw getrokken uit blauw karton.
Misschien door de kou gelopen?
Hij vraagt: zijn onderkaak gaat op en neer.

Van een glas voor zijn neus slokt hij water.
Zo loopt het bewegen oliegesmeerd. Tussendoor
bezit hij thuis ook nog vrouw en kind naast
veertig kanariepieten. Leuke hobby, - toch?

Zie mijn eigen kippenvel en hand van geel karton,
duidt wellicht op ernstige ziekte. Hart of lever?
In antwoord: ook deze kaak op en neer, jawel!
Alles loopt gesmeerd. Want enzovoort.

                                      *
Buurmeisje

Wij zaten beschut door een muurtje naast 't riool.
Rondom ons: het dierbare afval, opgeschoten onkruid.
Lage wolken en kaal plein onder avondlijke druil.
Baksteen en halve kapstok dienden een laatste goal.

Jij was een volbloed, een koningsdochter
van Atilla de Hun, barbaars: met hoge jukbeenderen.
Een wijde lach vol tanden, blinkende ogen,
mager van de honger naar het Leven dat komen zou.

In mij gleed een wolk van onzegbare droefheid.
Ik zag en hoorde, tussen ons zouden zich hoog stapelen:
nutteloze jaren van roest en dikke lagen mos.
Dus vergeef ons dat wij verder niets te zeggen hadden.

Welja, het plein sindsdien onbegrijpelijk
volgebouwd met kale huizen, propere gezinnen.
Daar lopen nieuwe mensen in en uit kantoor,
welbespraakt en redelijk. Modern zoals 't hoort.

Deze vale herfst heb ik, jou weer eens teruggezien:
tussen een geruisloze lawine van blauwe kerkhofsteen
en bedolven onder de schaduw van een kruis
kletste jouw vlakke beeltenis een hand in mijn gezicht.

De onbegrijpelijke glimlach van een toegenegen Oma.
Rond brilletje, ronde kin. Einde verhaal.
Voor zoveel schoons was ik evenwel klaar.
Want 't is waar: de dorpsdichter had weinig te vieren.

De ouwe kijkt nog naar 't vuur tegen nachtelijk blauw.
En hij klapt vrolijke handen voor wie 't mag horen.
Maar hij huilt om niks en mankt stilaan een poot;
zoals vandaag alweer een feestelijk jaar in en uit. 
           
                                   *
Einde van een vriendschap

Bedankt voor je slag op mijn neus!
Eindelijk leerde ik jouw vuist kennen
en rook ik, doorheen de bloedspatten op het netvlies:
De stank van het dragend verdrag, het verduren.

Waar jij een scheve neus had
zaten mijn rottende tanden.
Wij konden het niet verhelpen.
Want erger is het schone maakwerk.

Waar jij een konijn kon tekenen, levensecht,
truukte ik de zang van vogels op papier.
Daarna is een mager applaus gestorven
en dreven wij weg, wrakhout elk zijn kant.

Zonder opsmuk ben ik vandaag gestrand:
Een saaie baai, mijn armoede, de bittere leegte,
de pure druil op maandagmorgen, - goddank!
Mensen die de bus nemen, hun dagelijkse stemmen.

woensdag 5 oktober 2022

Fragment uit de biografie 'Leonard en ik': Over Dostojewski

Op mijn zestiende had ik 'De gebroeders Karamazow' van Fedor Dostojewski gelezen. Treffend vond ik het hoofdstuk 'De Grootinquisiteur' waarin de auteur stelt dat als Jezus zich weer onder de mensen zou begeven om hen opnieuw de ware liefde te prediken, dit de Kerk in dergelijke moeilijkheden zou brengen dat de beste oplossing zou zijn Hem opnieuw aan het kruis te slaan. Voor de Kerk zijn de evangeliën immers afgesloten hoofdstukken. Jezus heeft zijn macht onomkeerbaar aan het pausdom overgedragen. De gelovigen zijn niet langer vrij in de beleving van hun liefde, maar onvrij door hun gehoorzaamheid aan de opgelegde kerkelijke regels. Een mensenleven dat met het oog op de rijke belofte van het hiernamaals louter ten dienste staat van blinde gehoorzaamheid, biedt echter geen perspectieven. Het leger van gelovigen ziet de noodzaak niet om dieper op de levensvraagstukken in te gaan, noch om enige zelfkennis op te doen. Dat leger is immers enkel op zijn eigen heil uit. Dus zou vanuit een geheel andere levensbeschouwing opnieuw de vraag kunnen gesteld worden waarvoor wij dan wel op aarde rondlopen; ook al duidt deze vraag daarmee juist aan dat we volkomen onwetend zijn. Tenminste, zo verging het mij. Want men weet. Of men weet niet. Hoewel ik zelf nog lang niet op een juist spoor zat, had ik deze tegenstrijdigheden in de Kerk al vroeg door. Hier moet ik aan toevoegen dat ik door het op mijn eigen manier nastreven van het goede - een onmogelijk ideaal - een soort van eindeloze Dostojewskiaanse weg bewandelde; wat feitelijk als gevolg van een gebrek aan aandacht, een weg is van vallen en weer opstaan, van schuld en boete, van onwetendheid. De Dostojewskiaanse mens komt nooit tot uiteindelijke vervulling; want hij mag dan wel menen een goddelijke ziel te bezitten, het lijf staat zijn recht op dit aardse leven niet af. Door de discrepantie tussen hoe hij is en hoe hij zou moeten zijn, raakt hij onophoudelijk met zichzelf in conflict, en al naargelang de omstandigheden is nu de een, dan de ander weer aan de winnende hand. De Dostojewskiaanse mens wil de dode letter overstijgen. Hij ziet zichzelf als een ongeëvenaarde Einzelgänger, maar hij blijft eeuwig onderweg. Bovendien is hij er vreselijk aan toe, want hij is ongelukkig, alleen, onbegrepen. Dostojewski heeft dit terdege beseft. Daarom schreef hij ‘De idioot’. 

 Foto: Zelfportret Leonard Baeken als verbolgen Christus - circa 1,50m - Eik

donderdag 16 juni 2022

dinsdag 7 juni 2022

Persbericht naar aanleiding van recente publicatie "Portret van de aardbeienplukster als jonge vrouw"

Uitgeverij Aspekt Amersfoortsestraat 27 | 3769 ad | Soesterberg www.uitgeverijaspekt.nl | 0346-353895 info@uitgeverijaspekt.nl www.facebook.com/uitgeverijaspekt www.instagram.com/uitgeverijaspekt Portret van de aardbeienplukster als jonge vrouw Auteur: Robertus Baeken isbn 9789464624205 254 pagina’s 13 x 21 cm prijs € 19,95 nur 300
Korte beschrijving van dit boek: 
    Mieke, een weinig geschoold, maar schrander buitenmeisje, meent haar roeping te missen doordat ze in een bedrijf aan een computer tewerkgesteld wordt. Door de controversiële opvattingen van haar vriend, de briljante student Francis, komt zij ertoe de traditionele waarheden waarmee ze is opgegroeid, minder vanzelfsprekend te vinden en keuzes te maken die haar in conflict brengen met haar behoudsgezinde ouders. Als Francis naar de universiteit vertrekt en zij ongewenst van hem zwanger geraakt, loopt ze van huis weg, - het begin van een waanzinnig avontuur. Wat na de liefde? Dit thema wordt de aanleiding tot een erg levendig en gevoelig getekend meisjesportret dat naadloos naar de volwassenheid evolueert; dit tegen de achtergrond van een onvergetelijk liefdesverhaal uit de jaren zeventig, - het begin van het digitale tijdperk.
   Robertus Baeken debuteerde in 1981 met de roman ‘Van Liefde en Ondeugd’. Als technisch tekenaar in de metallurgie actief, bleef hij elke dag trouw aan zijn roeping als auteur. Zo schreef hij gestadig een gigantisch en divers oeuvre bijeen. Volgens hem moet een schrijver erop vertrouwen dat het zuivere gevoel en de irrationele, onbewuste krachten in hem zijn verhaal naar de juiste vormgeving zullen leiden.