donderdag 7 januari 2010

Het verdriet van Turnhout, historische roman

Foto: Brigitte Cornelis




Het verdriet van Turnhout is een roman van 160 pag. Speciaal geschreven voor mijn zoon Serge Baeken (Stadstekenaar van Turnhout 2009) die het gebruikte als storyboard voor zijn gelijknamige strip in graphic novel stijl, getekend in opdracht van de maandelijkse Stripgids die gratis aan de balie in alle Vlaamse bibliotheken verkrijgbaar is. In Januari en februari 2010 liep er rond deze graphic novel een tentoonstelling in het Nationaal Museum van de Speelkaart, Druivenstraat 18 te Turnhout.

Synopsis:
Het verhaal beschrijft in grote lijnen de sociale strijd om het verenigingsrecht in de Turnhoutse papierverwerkende nijverheid tijdens de tweede helft van 1910, waarbij 500 arbeiders langer dan een half jaar het werk neerlegden.
Tegen deze achtergrond van historische gegevens wordt een episode geschetst uit het leven van Janus Duprez, een wat zonderlinge rentenier die zich, na een onduidelijk overlijden van zijn vrouw, in datzelfde jaar opnieuw in zijn geboortestad komt vestigen. Dat hij alleen is, weinig belangen heeft en geneigd is zich buiten het openbare dispuut te houden, maakt hem ogenschijnlijk zeer geschikt tot de onpartijdige waarnemer, nodig om het ideologische conflict tussen het patronaat, de machtige clerus en het toen sterk opkomende socialisme via zijn persoon in een juiste historische context uit te diepen. Maar doordat men in laatste instantie toch altijd weer met mensen te doen krijgt, wordt zijn neutrale positie al gauw onhaalbaar.
Hoewel het verleden van het hoofdpersonage een prangend geheim verbergt, wordt hij uiteindelijk gedwongen naar buiten te komen, zich onder de mensen te begeven, aarzelend standpunten in te nemen. Zo maakt hij tijdens een cafébezoek kennis met de Charel Govaerts en later ook met diens zonen Ward en Joske.
Deze laatste is een geestelijk en lichamelijk gehandicapte wiens lot hij zich door toedoen van Charels aantrekkelijke buurvrouw, de zogeheten zwarte weduwe, gaandeweg meer begint aan te trekken, terwijl Wards sympathieën voor het socialisme aan de basis liggen van een verscheurende onenigheid met de behoudsgezinde vaderfiguur.
Zo wordt Janus ongewild meegesleurd in een draaikolk van gebeurtenissen die hem langzaamaan dwingen om kleur te bekennen en zich uit te spreken over zijn naasten, over de staking, maar ook over zichzelf en zijn wel zeer eigenaardige liefdesrelatie met de zwarte weduwe. Hierdoor krijgt het verhaal niet enkel een plot met een zeer verrassend einde, ook wordt het zo als een extra boven de plaatselijke anekdotiek en de van christelijke symbolen doorweven tijdgeest uitgetild.

Het boek telt 160 pagina's, is gezet in een prachtige, duidelijk leesbare victoriaanse letter en werd éénmalig in een oplage van 500 ex. op de oude persen (zie foto bovenaan) van De Historische Drukkerij gedrukt, waarna de gevouwen vellen stuk voor stuk volgens de oude boekbindersmethode met liefde en geduld aan elkaar werden genaaid en gelijmd, om tijdelijk als een bibliofiele uitgave op de markt te worden gebracht, precies 100 jaar nadat de staking is uitgebroken. Dit is op donderdag 17 juni 2010.
Lezers die geïnterreseerd zijn in dit hebbeding, kunnen zich aanmelden bij robertbaeken@hotmail.com De prijs is erg sociaal gehouden: 12 euro (zonder verzendkosten)
Het boek is ondertussen volledig UITVERKOCHT !

Recensie door Bruno De Wit: in SAP - Rood:

De auteur Robert Baeken, die een rasverteller blijkt te zijn, heeft het verloop van de staking verweven met een fictief verhaal rond de figuur van Janus (sic) Duprez, die zich boven het strijdgewoel positioneert en zich opstelt als een onpartijdige waarnemer. Of de schrijver met de naam Janus een bijbedoeling had weet ik niet, maar de Romeinse god Janus had twee gezichten en in het verhaal wil hij zich vaak té vaak positioneren als onpartijdig en herhaalt dat soms iets te vaak. De naturalistische stijl van de auteur doet denken aan Piet Van Aken die met zijn roman ‘De Klinkaart’ uit 1954 de mensonterende toestanden in de steenbakkerijen van de Rupelstreek vanuit een sociaal geëngageerde invalshoek beschrijft. Diezelfde Piet Van Aken (+ 1984) schrijft op de achterflap van het boek een eerdere lofbetuiging over Robert Baeken die toen als romanschrijver zijn eerste stappen had gezet.

“Het verdriet van Turnhout” is volledig anders dan bijvoorbeeld het monumentale werk van Louis Paul Boon “Pieter Daens”, die kon putten uit een enorme hoeveelheid geschiedkundige gegevens, teksten en bronnen en alzo zijn verhaal kon ophangen aan Pieter Daens.

In ‘Het verdriet van Turnhout’ gebeurt dit door een fictieve figuur die door omstandigheden moet vertrekken uit Rotterdam en zich als rentenier (!) komt vestigen in zijn geboortestad.

Qua verhaallijn komt dit boek dicht in de buurt van wat Ken Loach in al zijn filmen doet. Intermenselijke relaties, breuken en verzuchtingen krijgen doorheen het verhaal een prominente rol. Misschien zit er van dit boek wel een verfilming in?

In een interview verklaarde Baeken: ‘Het heeft me nooit gestoord arm en anoniem te zijn. Als autodidact bekommer ik me vooral om een oorspronkelijke stijl. Mijn visie bestaat eruit om een verhaal nooit de eigen wil op te dringen. De schrijver is het knechtje van zijn personages. Hij durft de nodige risico’s te nemen door erop te vertrouwen dat het zuivere gevoel en de irrationele, onbewuste krachten in hem, zijn roman naar een juiste vormgeving zullen leiden.’ 

1 opmerking:

Robert Baeken zei

ReDe auteur Robert Baeken, die een rasverteller blijkt te zijn, heeft het verloop van de staking verweven met een fictief verhaal rond de figuur van Janus (sic) Duprez, die zich boven het strijdgewoel positioneert en zich opstelt als een onpartijdige waarnemer. Of de schrijver met de naam Janus een bijbedoeling had weet ik niet, maar de Romeinse god Janus had twee gezichten en in het verhaal wil hij zich vaak té vaak positioneren als onpartijdig en herhaalt dat soms iets te vaak. De naturalistische stijl van de auteur doet denken aan Piet Van Aken die met zijn roman ‘De Klinkaart’ uit 1954 de mensonterende toestanden in de steenbakkerijen van de Rupelstreek vanuit een sociaal geëngageerde invalshoek beschrijft. Diezelfde Piet Van Aken (+ 1984) schrijft op de achterflap van het boek een eerdere lofbetuiging over Robert Baeken die toen als romanschrijver zijn eerste stappen had gezet.

Van diegenen die in de fabriek hebben gewerkt en strijd hebben geleverd kan je de werken op één hand tellen. De laatste die ik zelf heb gekend is de reeds overleden Karel Heirbaut uit St.-Niklaas, die de strijd van ‘Zaatmannen’ beschrijft op de Boelwerf in Temse in “Onkruid op een scheepswerf-uitgeverij EPO.

“Het verdriet van Turnhout” is volledig anders dan bijvoorbeeld het monumentale werk van Louis Paul Boon “Pieter Daens”, die kon putten uit een enorme hoeveelheid geschiedkundige gegevens, teksten en bronnen en alzo zijn verhaal kon ophangen aan Pieter Daens.

In ‘Het verdriet van Turnhout’ gebeurt dit door een fictieve figuur die door omstandigheden moet vertrekken uit Rotterdam en zich als rentenier (!) komt vestigen in zijn geboortestad.

Qua verhaallijn komt dit boek dicht in de buurt van wat Ken Loach in al zijn filmen doet. Intermenselijke relaties, breuken en verzuchtingen krijgen doorheen het verhaal een prominente rol. Misschien zit er van dit boek wel een verfilming in?
censie door Bruno De Wit in SAP - Rood

Een reactie posten