donderdag 25 december 2025

VREDE (gelegenheidsgedicht voor Kerstmis)

Midden het jaarlijks feestgedrang,

overvloed van lampenschijn en zang,

tot beneden in een karige winterstal,


staan jij en ik, - niet van ver gekomen,

weinig koning en veel herder, - gebogen

over de onschuld van een slapend kind.


Van de houten Jozef naar zijn moeder,

zweeft de ouderlijke droom dat hun kleintje,

anders dan voorspeld, zoete vrede brengt.


Wie beweert dat zulks nooit gebeurt

heeft, door gegronde twijfels bevangen,

voor zichzelf elke kans daartoe verbeurd.


Want vannacht, gebeiteld in de luchten

als een schreeuw van stilte,

fluistert een stem mij in: Begin


als hij, altijd pasgeboren.

Leeg en tegelijk van leven vervuld.

Niets weten, alles begrijpen.


Gans aanwezig in het messcherpe zeer

van heden. Elke geboorte anders weer, 

en toch steeds opnieuw een mens.


Onze handen grijpen in elkaar.

Met de duur van één ademtocht,

vertrekt een hemelstraal duizend jaar.

 

Robert Baeken


Geen opmerkingen:

Een reactie posten